Hoe juist werken tot armoede leidt: ‘Toeslagen, loon en uitkering niet op elkaar afgestemd’.

Hoe vergaat het mensen die gaan werken naast hun uitkering?
Op initiatief van de Landelijke Cliëntenraad (LCR) is dat onlangs onderzocht, en het leverde een verbazingwekkend totaalplaatje op: zes op de tien uitkeringsgerechtigden komt in financiële problemen door aan de slag te gaan.
Werken loont dus vaak niet, maar brengt mensen juist in de problemen.
Dat meldt Trouw.

Nina Bakker uit Leidschendam ondervond zelf hoe slecht loon, toeslagen en uitkeringen op elkaar zijn afgestemd.

Ingewikkeld systeem.
De logische vervolgvraag – hoe komt dat dan? – is echter moeilijk te beantwoorden.
Er is geen eenduidige en allesomvattende reden te geven, legt Peter van Leeuwen namens de LCR uit.
“Een belangrijk deel van het probleem is dat het systeem zo ingewikkeld is”, vertelt hij.
“Als iemand salaris krijgt, heeft dat invloed op de hoogte van de uitkering.
Maar ook op toeslagen als de zorg- en huurtoeslag die mensen ontvangen en bijvoorbeeld de snelheid waarmee ze een studieschuld af moeten lossen.
Al die regelingen en termijnen zijn niet op elkaar afgestemd, waardoor je een soort kettingreactie krijgt wanneer er iets aan de situatie verandert.
Dat is aan beleidsmakers al bijna niet uit te leggen.
Laat staan aan kwetsbare mensen die hiermee te maken hebben.
Terwijl zij wel getroffen worden door de gevolgen van dit systeem.”

Rekenkundige problemen.
Dit zijn geen uitzonderlijke situaties.
Er zijn naar schatting ruim 30.000 mensen die werken naast de bijstand.
Een nog veel grotere groep van zo’n 144.000 mensen is gedeeltelijk aan de slag, naast een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA, WAO of Wajong).
Bij al die groepen komen rekenkundige problemen tussen uitkering en salaris voor.
Nina Bakker uit Leidschendam kan erover meepraten.
“Ik ben volledig afgekeurd”, zegt ze, “maar ik wil het liefst niet uit mijn neus peuteren.”

Uiteindelijk had ze 200 euro minder.
Toen Bakker een paar jaar geleden aan de slag ging als IT’er, bleek dat ze er financieel op achteruit ging.
Ze had namelijk twee inkomens: een uit de uitkering en een uit haar kersverse salaris.
“Maar je kan slechts bij een van de twee loonheffingskorting aanvragen”, legt Bakker uit.
Het gevolg: ze ging er bruto wel iets op vooruit, maar zag daar netto niets van terug.
Dat effect werd nog veel groter doordat dit gevolgen had voor haar huur- en zorgtoeslag.
“Die berekenen ze op basis van het bruto-inkomen.
Uiteindelijk had ik 200 euro per maand minder dan toen ik alleen een Wajong-uitkering kreeg en niet werkte.
Dat is nogal wat, op een inkomen van zo’n 1400 euro.”

Link: Lees het artikel verder op de website van Trouw.

(Bron: Trouw)

Bron:Supportmagazine.nl