Op 17 juni behandelt de Tweede Kamer de Staat van het Onderwijs 2019.
In dit onderzoek wordt aandacht besteed aan kansenongelijkheid in het onderwijs.
Voor veel leerlingen met een beperking of chronische aandoening is er nog steeds geen passende onderwijsplek.
Dat kan beter, vindt Ieder(in), als de Onderwijsinspectie een toetsende rol krijgt.
In de Staat van het Onderwijs ontbreekt een verwijzing naar het VN-verdrag Handicap – specifiek artikel 24 – waarin is bepaald dat ieder kind recht heeft op naar school gaan in een inclusief onderwijssysteem.
Naleving van het VN-verdrag Handicap is niet vrijblijvend.
Daarom zou het goed zijn als de Onderwijsinspectie er op toe gaat zien dat scholen toewerken naar inclusiever onderwijs.
Negeren is geen optie.
Ieder(in) en Defence for Children maken zich grote zorgen of er genoeg wordt gedaan voor kinderen met een beperking of chronische ziekte.
‘Deze kinderen moeten gelijke kansen hebben in het onderwijs.
Een inclusief onderwijssysteem is er niet van de ene op de andere dag, maar negeren is geen optie’, laten de organisaties weten.
Bij beide ministers van Onderwijs lijkt ook de urgentie te ontbreken om met een actieplan en toetsingskaders te komen voor inclusief onderwijs.
Die afspraken zijn nodig om de daadwerkelijke voortgang richting inclusief onderwijs te kunnen volgen.
De Onderwijsinspectie kan dan met die criteria in hand de concrete voortgang monitoren en bevorderen.
Hieronder vindt u de brief van Ieder(in) en Defence for Children aan Tweede Kamer over Staat van het Onderwijs 2019
Onderzoek Staat van het Onderwijs van de Onderwijsinspectie
Brief aan Tweede Kamer Staat van het Onderwijs (pdf)
pdf / 2019-06-18
Brief aan Tweede Kamer Staat van het Onderwijs (word)
word / 2019-06-18
Bron: Ieder(in)