‘Mensen met beperking zijn niet probleem in ov, maar ontoegankelijkheid’.

Activiste Jeanette Chedda (38) over inclusie voor duurzame mobiliteit.

Mensen met een beperking als groep worden vaak vergeten als het gaat om het verminderen van de ecologische voetafdruk en het aanmoedigen van duurzame mobiliteit.
Toch hebben ruim twee miljoen Nederlanders een fysieke beperking of een andere (on)zichtbare uitdaging.
NEMO Kennislink sprak met activiste Jeanette Chedda over de problemen die ze ervaart met het openbaar vervoer.

“Ik heb een haat-liefdeverhouding met treinreizen.
Als gehandicapte spreker brengt het me op plekken om te kunnen doen wat ik belangrijk vind.
Maar het brengt ook trauma’s mee.
Want wat voor jou collectief vervoer is, is voor mensen zoals ik luxe.
” Jeanette Chedda (38) zet zich op dagelijkse basis in voor de toegankelijkheid van het openbaar vervoer.
“Ik ben geboren met osteogenesis imperfecta, een aandoening van het bindweefsel.
Daardoor ben ik nu 1 meter 12.”

‘Hopen dat iemand komt’.
Ze geeft een concreet voorbeeld.
“Als gehandicapte boek je bijvoorbeeld minimaal één uur voor een rit reisassistentie en dan ben je continu aan het hopen dat iemand komt opdagen.
Wanneer het zo ver is, hoop je dat die assistentie op tijd is.
Maar soms kom je aan op het overstapstation en dan blijkt opeens de lift stuk.
Of heb je vertraging opgelopen. Dan gaat alles mis.
Weet je hoe vaak ik dat heb meegemaakt?
Dan kan je niet naar het perron en kan je de trein niet nemen.”

Niet meetellen.
Voor ov-reizigers met een beperking betekent kiezen voor duurzame mobiliteit ook een confrontatie met de eigen identiteit en je plaats in de samenleving.
“Een ontoegankelijk openbaar vervoer geeft het gevoel niet mee te tellen.
” Dit geeft ze ook de event-aanbieders van het ArenA-gebied mee: “Vergeet jullie gehandicapte bezoekers niet in de organisatie van jullie mobiliteit.”

Link: Lees de rest van het artikel op de website van NEMO Kennislink.

Bron:Supportmagazine.nl