Het kost gemeenten veel geld om mensen met een forse arbeidsbeperking aan het werk te helpen.
Dat blijkt uit een analyse van het Centraal Planbureau.
Want hoe forser de arbeidsbeperking, hoe meer subsidie gemeenten verschuldigd zijn aan werkgevers die zo’n persoon in dienst nemen.
En dus, zeggen onderzoekers van het CPB, stroken de prikkels die gemeenten voelen niet met de wens van het Rijk om zo veel mogelijk mensen met een beperking naar een baan te begeleiden.
Wie een arbeidsbeperking heeft en kan werken – al is het maar een klein beetje – moet aan de bak, vindt het Rijk.
Maar wie krap aan een paar uur in de week aan het werk kan, kost een werkgever meer dan hij of zij oplevert.
Het gevolg: gemeenten moeten hogere subsidies uitkeren, want zij compenseren werkgevers als die iemand in dienst nemen die niet goed mee kan met het reguliere werktempo.
Hoe minder iemand kan, hoe hoger de subsidie die zijn of haar loon aanvult tot het minimumloon.
Zonder bijstand.
Een ander heikel punt voor gemeenten zijn arbeidsbeperkten die geen recht hebben op een bijstandsuitkering, bijvoorbeeld omdat ze een partner hebben met een baan.
Helpen gemeenten deze mensen aan een baan, dan gaat daar geld aan op voor coaching, begeleiding en bijvoorbeeld aanpassingen op de werkvloer.
Zelf gaan de steden er financieel niet echt op vooruit, want er stroomt niemand uit de bijstand.
Dan zijn er nog de mensen met een beperking die fulltime zouden kunnen werken.
Ook dat stimuleert de gemeente niet graag.
Want meer uren werk betekent meer subsidie.
En als ze eenmaal uit de bijstand zijn gestroomd, dalen de bijstandskosten ook niet.
Verschillende potjes.
Maar vergis je niet, zegt onderzoeker Ernest Berkhout van het Centraal Planbureau, het is gemeenten niet alleen om kostenbesparing te doen.
“Voor hen is het ook ingewikkeld.
Het liefst willen zij ook zo min mogelijk mensen in de bijstand.” Berkhout wijst op de complexiteit in het huidige systeem.
Gemeenten moeten uit twee verschillende potjes putten om mensen met een beperking aan een baan te helpen.
En hoeveel van deze mensen blijven daadwerkelijk langdurig aan het werk?
Wat hieraan te doen?
Met collega Arjan Lejour kauwde Berkhout op drie oplossingen waarbij het Rijk, dat de bijstandsgelden onder gemeenten verdeelt, hen uitbetaalt naar wat ze uitgeven.
Ze krijgen nu een van tevoren bepaald bedrag om de subsidie te bekostigen.
Maar onduidelijk is in hoeverre dat werkelijke kosten vergoedt.
Hetzelfde geldt voor de kosten die gemeenten maken voor het begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking.
Die onzekerheid kan verminderen met de oplossing van Berkhout en Lejour.
(Bron: Trouw)
Bron: Support Magazine.nl