In een aantal gemeenten in Noord-Holland Noord neemt de buurtbus geen mensen in een rolstoel mee.
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde onlangs dat Connexxion – de leverancier van de bussen – zich hierbij niet schuldig maakt aan discriminatie.
Een uitspraak die veel misverstanden heeft opgeroepen. Want anders dan wordt gedacht, is deze uitspraak absoluut geen vrijbrief om mensen in een rolstoel te weigeren in de buurtbus.
In Noord-Holland Noord heeft een aantal gemeenten de reguliere busdienst vervangen door een buurtbus.
Voor de uitvoering van de dienstregeling ontvangt de Vereniging Buurtbus WASE subsidie van de provincie.
De buurtbus is een 8 persoonsbusje, bestuurd door vrijwilligers.
Omdat de, vaak oudere, chauffeurs hebben aangegeven dat zij de verantwoordelijkheid voor het vervoeren van mensen in een rolstoel te zwaar vinden, heeft de provincie besloten om in de concessie geen nadere toegankelijkheidseisen aan de buurtbussen te stellen.
Daarmee is de buurtbus geen bus die valt onder de Wet personenvervoer 2000, maar een auto. D
e Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte is daar niet op van toepassing.
Het College oordeelde op basis daarvan dat Connexxion, als concessiehouder, geen verboden onderscheid maakt op grond van handicap of chronische ziekte.
De rol van de provincie.
Maar is hiermee de kous af?
Mogen nu overal buurtbussen mensen in een rolstoel gaan weigeren?
Absoluut niet.
Het punt is dat in dit speciale geval de verkeerde partij is aangesproken: Connexxion in plaats van de provincie.
Want de provincie is de opdrachtgever en die bepaalt wie er wel en niet vervoerd mogen worden.
De provincie had ervoor moeten zorgen dat de buurtbussen, als vervanging van het reguliere OV, geschikt zijn voor en verplicht zijn tot het vervoer van mensen in een rolstoel.
Met andere woorden: als de provincie voor de rechter was gedaagd dan zou de rechter – met het VN-verdrag in de hand – hoogstwaarschijnlijk de provincie hebben teruggefloten.
Ieder(in) hoopt echter dat het niet tot rechtszaken hoeft te komen.
Wij doen een dringend beroep op opdrachtgevers van vervoersdiensten om hun verantwoordelijkheid te nemen en te zorgen dat vervoersaanbod voor iedereen toegankelijk is.
Wij nemen dit ook mee in onze gesprekken met verantwoordelijke bewindspersonen en indien nodig de Tweede Kamer.
Bron: Ieder(in)