Gedragscode

Gedragscode – Belangengroep Gehandicapten Haarlemmermeer (BGH)

Deze gedragscode is bedoeld om de vrijwilligers kaders te geven wanneer zij binnen hun werkzaamheden in contact komen met kinderen en/of mensen met een beperking.
Daarnaast wordt er met iedere vrijwilliger een intake gesprek gehouden en bij een positieve uitkomst wordt er voor iedere vrijwilliger een VOG aangevraagd door het bestuur.
Dit is een verplichting voor zowel de vrijwilliger als de BGH.

Gedragscode BGH ter voorkoming en bestrijding van ongewenst gedrag.

De BGH acht het voorkomen en bestrijden van ongewenst gedrag zoals agressie, seksuele intimidatie en discriminatie van groot belang. Discriminatie op grond van ras, leeftijd, levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, burgerlijke staat of handicap wordt in de BGH niet geaccepteerd. Door middel van deze gedragscode wenst de BGH daaraan vorm en inhoud te geven. Het gaat daarbij behalve om het voorkomen en bestrijden van agressie, seksuele intimidatie en discriminatie tevens om het bespreekbaar maken van deze zaken.

Werken met kinderen.

De BGH laat zich bij de ontwikkeling van deze gedragscode leiden door de rechten van het kind en door haar eigen waarden en normen.
1. Alle kinderen worden bij de BGH gelijkwaardig behandeld. Er vindt geen voorkeursbehandeling plaats. Elke vorm van discriminatie is uitgesloten.
2. Vrijwilligers behandelen kinderen met respect. Van kinderen wordt respect voor de vrijwilligersgevraagd. Intimidatie, pesten, roddelen en schelden worden niet getolereerd.
3. Kinderen krijgen ruimte om hun ideeën en wensen te ventileren. Er wordt naar hen geluisterd. Zij
zijn gelijkwaardige gesprekspartners. Kinderen krijgen ook de ruimte zich te ontwikkelen en datgene
te doen waar zij plezier aan beleven.
4. Seksuele handelingen van welke aard dan ook en intieme relaties van volwassenen met
kinderen zijn nimmer geoorloofd.
5. Vrijwilligers zien toe op de gezondheid van de kinderen voor wie zij werken:
– Alcoholgebruik, roken en drugs zijn niet toegestaan voor kinderen; vrijwilligers roken en
drinken niet in de aanwezigheid van de kinderen. Bij jongeren wordt het roken en drinken
zoveel mogelijk ontmoedigd. Drugsgebruik is verboden.
– Vrijwilligers die in het bezit zijn van een EHBO-diploma of reanimatie-diploma bieden in geval van nood eerste hulp. Bij twijfel wordt een arts geraadpleegd.
6. Het is ongewenst wanneer een volwassene en een kind samen in een afgesloten ruimte verblijven. Minimaal twee volwassenen in een ruimte is vereist, tenzij de deur open blijft staan.
7. Fysiek geweld van kinderen wordt niet getolereerd. Van vrijwilligers evenmin.
8. Wapentuig van kinderen of vrijwilligers wordt niet toegestaan.
9. Vrijwilligers gaan op een respectvolle wijze om met de omgeving en vragen dat ook van de
kinderen.

Gedragscode BGH: werken met mensen met een lichamelijke/ verstandelijke beperking

Als een vrijwilliger van de BGH wordt ingezet bij het begeleiden van mensen uit deze doelgroep, dan zijn de volgende (en voor kinderen met een beperking: additionele) gedragsregels van kracht:
– De vrijwilliger moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de mensen met een beperking zich veilig en gerespecteerd voelen;
– De vrijwilliger onthoudt zich ervan de doelgroep te bejegenen op een wijze waarop men zich in zijn waardigheid aangetast voelt;
– De vrijwilliger dringt niet verder door in het privéleven dan functioneel noodzakelijk is;
– De vrijwilliger heeft, tijdens het uitoefenen van de functie, de plicht de doelgroep naar vermogen te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en grensoverschrijdend gedrag;
– Indien de vrijwilliger gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode, en bij vermoedens van grensoverschrijdend gedrag, is hij/zij verplicht hiervan melding te maken bij het bestuur van de BGH;
– In die gevallen waarin de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaalde gedragingen, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de vrijwilliger in de geest van de gedragscode te handelen en zo nodig daarover in contact te treden met het bestuur.

Richtlijnen pers.
Bepaald is dat perscontacten over bovengenoemde zaken, die de BGH aangaan, uitsluitend via het bestuur lopen. Indien een vrijwilliger door een journalist benaderd wordt, dan dient de vrijwilliger te verwijzen naar het bestuur.

Bestuur BGH